Als u een vast IP-adres instelt in Windows 11 of 10, dan heeft dit enkele voordelen. Een apparaat op een netwerk krijgt via DHCP van de router een IP-adres. Dit IP-adres heeft een verloop datum, dit heet een “lease”.
Als de lease verlopen is, en het apparaat wordt herstart dan krijgt het via DHCP een nieuw IP-adres. Dit kan verwarring opleveren om welk apparaat het precies gaat, maar ook problemen met netwerkverbindingen.
Dit is bijvoorbeeld het geval als een netwerkapparaat wilt delen door een poort open te zetten in de router. Als het apparaat een dynamisch IP-adres ontvangt van de router via DHCP, dan werkt de port-forwarding niet meer.
De oplossing voor dit soortgelijke problemen is een vast IP-adres. U haalt dan via de router een reeks IP-adressen op, en wijst deze handmatig toe een bijvoorbeeld een Windows 11 of Windows 10 computer. Zo is de computer altijd herkenbaar op het netwerk en heeft u minder kans op netwerkconflicten.
U kunt een vast IP-adres toewijzen aan een netwerkadapter. Dit kan zijn de “Ethernet” (kabel) netwerkadapter, of een wifi (draadloos) netwerkadapter.
Open de instellingen. Klik vervolgens links in de instellingen op “Netwerk en internet”.
Maak vervolgens uw keuze om een vast IP-adres in te stellen in de “Wi-Fi” of in de “Ethernet” netwerkadapter.
Klik vervolgens op Wi-Fi. Helemaal onderin klik op “Hardware eigenschappen”. Klik vervolgens rechts naast “IP-toewijzing” op de “Bewerken” knop.
In de “IP-instellingen bewerken” bewerken instelling wijzigt u “Automatisch” naar “Handmatig”.
Als u een IPv4 (standaard) vast IP-adres wilt instellen dan schakelt u de optie “IPv4” in en geeft u het vast IP-adres, het subnetmasker, de gateway en de DNS-server in. Klik op Opslaan om te bevestigen.
Heeft u problemen met wifi? Lees dan: Wifi werkt niet in Windows 11.
Klik in de “netwerk en internet” instellingen op “Ethernet”. Klik onderin bij de “IP-toewijzing” instellingen op de “Bewerken” knop.
In de “IP-instellingen bewerken” bewerken instelling wijzigt u “Automatisch” naar “Handmatig”.
Als u een IPv4 (standaard) vast IP-adres wilt instellen dan schakelt u de optie “IPv4” in en geeft u het vast IP-adres, het subnetmasker, de gateway en de DNS-server in. Klik op Opslaan om te bevestigen.
U kunt een vast IP-adres instellen voor de wifi of de ethernet netwerkadapter. Wifi is de draadloze verbinding en ethernet is de verbinding via een kabel.
Klik met de rechtermuisknop op de Startknop. Klik vervolgens op “Instellingen”. In de instellingen klik op “Netwerk en internet”.
Maak vervolgens uw keuze om een vast IP-adres in te stellen in de “Wi-Fi” of in de “Ethernet” netwerkadapter.
Klik vervolgens op Wi-Fi. Klik onderin op “Adapter opties wijzigen”.
Klik met de rechtermuisknop op de “Wi-Fi” netwerkadapter. In het menu klik vervolgens op “Eigenschappen”.
Klik op “Internet protocol versie 4” en klik vervolgens op “Eigenschappen”.
Schakel de optie “Het volgend IP-adres gebruiken” in en geef het IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway op. Eventueel kunt u nog tweemaal een voorkeur en alternatieve DNS server instellen.
Klik op “OK” om het vaste IP-adres te bevestigen.
Klik in de “netwerk en internet” instellingen op “ethernet”. Dit zijn de eigenschappen van de netwerkverbinding via de kabel.
Klik onderin de ethernetinstellingen op “Adapteropties wijzigen”.
Klik met de rechtermuisknop op de “Ethernet” netwerkadapter. In het menu klik op “Eigenschappen”.
Klik op “Internet protocol versie 4” en klik vervolgens op “Eigenschappen”.
Schakel de optie “Het volgend IP-adres gebruiken” in en geef het IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway op. Eventueel kunt u nog tweemaal een voorkeur en alternatieve DNS server instellen.
Klik op “OK” om het vaste IP-adres te bevestigen.
Ik hoop u hiermee geholpen te hebben. Bedankt voor het lezen!